Hoe wordt een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) toegepast in het jeugdstrafrecht?
Wanneer wordt vastgesteld dat een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) passend is voor een minderjarige, kan de rechter deze maatregel opleggen als onderdeel van het vonnis. Een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) wordt afgestemd op de specifieke behoeften van de minderjarige. Minderjarigen staan in zo’n onder toezicht van de jeugdreclassering en moeten bijvoorbeeld een agressieregulatietraining volgen of een gezinsgerichte training. De voortgang van de minderjarige wordt regelmatig geëvalueerd en indien nodig kunnen aanpassingen worden gemaakt aan gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) om ervoor te zorgen dat deze effectief blijft in het bevorderen van positief gedrag en het voorkomen van herhaling van strafbare feiten. De maatregel duurt minimaal zes maanden en maximaal een jaar en kan worden verlengd. Als de minderjarige zich niet houdt aan de behandeling dan volgt detentie voor het resterende deel van de maatregel.