
Hoger beroep ingesteld en toch voorwaarden?
Een strafrechter heeft, zodra hij een strafbaar feit bewezen heeft verklaard, een aantal mogelijkheden. Zo kan de rechter drie dingen doen:
- Een onvoorwaardelijke geldboete opleggen;
- Een taakstraf opleggen;
- Een gevangenisstraf opleggen.
Deze straffen kunnen ook (voor een deel) voorwaardelijk worden opgelegd. Dit houdt in dat een deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd voor een periode van, in de meeste gevallen, twee jaar. Een voorwaardelijke straf gaat, zoals het woord al zegt, gepaard met voorwaarden. De rechter heeft de keuze uit algemene en bijzondere voorwaarden.
Voorwaardelijke straf met algemene voorwaarden of bijzondere voorwaarden
De algemene voorwaarde houdt in dat men zich binnen de proeftijd niet opnieuw schuldig mag maken aan een strafbaar feit.
De bijzondere voorwaarden zien daarentegen op de specifieke casus.
Zo kan het zijn dat de rechter bepaalt dat de veroordeelde niet langer in een bepaald gebied mag komen of niet langer contact mag opnemen met één of meerdere personen (locatie- en contactverbod). Deze voorwaarden worden vaak bepaald aan de hand van het advies van de reclassering.
Stel je voor:
Je bent veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en je mag gedurende de proeftijd niet in een bepaald gebied aanwezig zijn én geen contact opnemen met een aantal personen. Je besluit om hoger beroep in te stellen, omdat hoger beroep in beginsel het resultaat heeft dat de straf in zijn geheel niet ten uitvoer wordt gelegd, totdat de rechter in hoger beroep de zaak heeft behandeld. Toch laat jouw advocaat je weten dat je je aan bepaalde voorwaarden moet houden, terwijl de zaak dus nog niet onherroepelijk is. Hoe kan dit?
Dadelijke uitvoerbaarheid
In bepaalde (uitzonderlijke) gevallen kan de rechter in het vonnis bepalen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. Dit houdt in dat de voorwaarden direct ingaan, ook al wordt er hoger beroep ingesteld.
Het criterium voor de rechter luidt als volgt: “Indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.”
Met andere woorden: indien de rechter vermoedt dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit begaat wat gevaar kan veroorzaken voor het lichaam van een persoon, kan hij besluiten om de voorwaarden direct in te laten gaan. Dit alles om ervoor te zorgen dat de veroordeelde zich niet onttrekt aan het toezicht van de reclassering.
Telkens als de veroordeelde zich niet houdt aan de bijzondere voorwaarden, kan er (een gedeelte) van de voorwaardelijke straf toch ten uitvoer worden gelegd.
Verzoekschrift tot opheffing van de dadelijke uitvoerbaarheid
Doordat deze regeling eigenlijk ingaat tegen het beginsel dat men onschuldig is tot het tegendeel (onherroepelijk) is bewezen, heeft jouw advocaat de mogelijkheid om een verzoek tot het opheffen van de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden bij het gerechtshof in te dienen. Het gerechtshof zal dan tussentijds een zitting bepalen, ter gelegenheid waarvan het verzoek zal worden behandeld. Het gerechtshof zal dan beoordelen of de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden al dan niet gehandhaafd dient te worden tot aan de inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep.
Het indienen van het verzoek heeft zeker kans van slagen.
De wijze waarop de rechter in eerste aanleg heeft gemotiveerd waarom er sprake is van het criterium zoals hierboven omschreven, laat nogal eens te wensen over. Ook moet het voor het gerechtshof evident zijn dat de vrijheidsbeperking aan de zijde van de veroordeelde te rechtvaardigen is ten opzichte van het belang van de maatschappij. Er moet immers goed worden nagedacht over het (deels) ten uitvoer leggen van een voorwaardelijke straf, zolang deze nog niet onherroepelijk is.
Kortom, voldoende munitie om de dadelijke uitvoerbaarheid aan te vechten.
Neem voor advies in jouw zaak contact met ons op!